Ziekteverzuim is een kostbare zaak. Begrijpelijk dat u als werkgever zo veel mogelijk probeert om verzuim te voorkomen. En als medewerkers toch ziek worden, probeert u ze weer zo snel mogelijk (gedeeltelijk) aan het werk te krijgen. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Wat doet u wanneer een medewerker zegt dat “het kan volgens de huisarts wel een week of 6 duren” en “ik moet in het begin rustig aandoen”. U bent met handen en voeten gebonden aan regelgeving. Volgens de wet mag u heel veel dingen niet vragen en als uw zieke medewerker de informatie al vrijwillig geeft, dan mag u die informatie niet vastleggen.

Schakel een arbodienst in die de juiste vragen stelt

Een werknemer moet het verzuim op de eerste dag melden aan zijn werkgever. De werknemer hoeft hierbij niet aan te geven waarom hij zich ziek meldt. De boodschap ‘ik ben ziek en kan niet werken’ is voldoende. Als werkgever mag u volgens de wet niet vragen naar medische details, de arbeidsmogelijkheden of beperkingen van uw zieke medewerker. De enige die dit wel mag vragen is de bedrijfsarts. En vanwege beroepsgeheim mag de bedrijfsarts deze informatie niet doorspelen. Als werkgever mag u volgende gegevens over de zieke werknemer vragen en registreren:

  • het telefoonnummer en (verpleeg)adres;
  • de vermoedelijke duur van het verzuim;
  • de lopende afspraken en werkzaamheden;
  • of de werknemer onder een van de vangnetbepalingen van de Ziektewet valt (maar niet onder welke vangnetbepaling);
  • of de ziekte verband houdt met een arbeidsongeval;
  • of er sprake is van een verkeersongeval waarbij een eventueel aansprakelijke derde betrokken is, in verband met het verhalen van loonkosten op deze derde (regresmogelijkheid).

U kunt als werkgever wel degelijk grip op verzuim houden door een arbodienst of bedrijfsarts in te schakelen. Zij kunnen door het stellen van de juiste vragen beoordelen wat de werknemer nog wel en niet kan doen. Lees meer…